Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En verdrukt de weduwe noch den wees, den vreemdeling noch den ellendige; en [25]denkt niet in uw hart [26]de een des anderen [27]kwaad. 25. Want men zondigt ook met zijn gedachten. 26. Hebr. van den man van zijnen broeder kwaad. 27. Dat is, kwalijk vaart, schade.